Overspannen risicoperceptie houdt kernenergie tegen (3 2006)

Spread the love

 

energie - kernenergieMrt 2006 NWT

 

Overspannen risicoperceptie houdt kernenergie tegen

 

De welvarende, westerse wereld leidt aan een overspannen risicoperceptie. Wij leven in de historisch unieke situatie dat we al decennia vrij zijn van oorlogen, grote plagen, kortom existentiële crises. Voor Nederland kwam daar nog bij, dat wij vooral dankzij onze enorme Groningse gasbel zo hoog van de toren konden blazen tegen kernenergie. Alle buurlanden zagen zich daarentegen wel genoodzaakt om tientallen kerncentrales te bouwen. Vrijwel geen Nederlander beseft – of wil weten – dat kernenergie 35% van de Europese stroom opwekt, waarvan Nederland aanzienlijke hoeveelheden importeert.

Wie bereid was rationeel na te denken over energievoorziening, besefte al lang voor de verkapte chantage van het Russische staatshoofd Poetin met de gasleveranties, dat de risicoperceptie ten aanzien van kernenergie aan het schuiven zou gaan, omdat de bodem van de olieput langzaam in zicht komt en vooral: omdat onze gasbel opraakt.

De prijs die de vorige coalitie van SPD en Groenen in Duitsland heeft betaald voor het besluit om alle kerncentrales te sluiten is afhankelijkheid van Russisch aardgas. De nieuwe Duitse regeringscoalitie van CDU en FDP begint al op die schreden terug te keren.

Bijna had staatssecretaris Van Geel (CDA) van milieu ons het gras voor de voeten weggemaaid, toen hij op 12 februari in het televisieprogramma Buitenhof voorzichtig pleitte voor kernenergie. Ons Deltaplan Kernenergie was toen al gemaakt, zonder rekening te houden met de ideologische blikvernauwing die in Nederland voor elke politicus de grenzen van de discussie rond kernenergie trekt. Het argument dat kernenergie helpt de uitstoot van het broeikasgas CO2 te verminderen en zo een klimaatcatastrofe afwendt, kwam politiek werkelijk als geroepen. Zo levert al dat klimaatonderzoek toch nog wat nuttigs op: een alibi dat de politieke pijn bij links verzacht. Het CDA sloot kernenergie sinds enige tijd niet meer uit en de VVD was al hartgrondig vóór.

Het is buitengewoon ironisch dat de staatssecretaris van milieu nu voorstander van kernenergie in Nederland is, terwijl de minister van energie (Brinkhorst, D66) tegen is. Enkele dagen later presenteerde Van Geel een rapport van het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) en het Nationaal Milieuplanbureau (NMP) die de doelstelling voor broeikasgas-reductie hebben doorgerekend en stellen dat die het minste kost als je meer kernenergie inzet. ECN en het NMP kozen zelfs voor dezelfde drie reactor-lokaties die wij in het Deltaplan ook aanwijzen: Borsele, de Tweede Maasvlakte en bij Delfzijl. Echter, hier en daar een extra ‘Borssele’ van een paar honderd megawatt maakt geen wezenlijk verschil; reeël zou zijn om op die drie plekken een cluster neer te zetten van vier EPR-centrales van elk 1600 megawatt.

Dat is in de politieke verhoudingen van dit moment onhaalbaar, hoewel het niet méér voorstelt dan het gelijktrekken van onze energiemix met landen als Belgie en Frankrijk, waarop Nederland in feite veertig jaar achterloopt. Waar het op neerkomt is dat kernenergie zijn veiligheid ruimschoots heeft bewezen. In geen van de tweehonderd Europese centrales heeft zich ooit een ernstig stralingsongeluk voorgedaan. De bijna-ramp in de Amerikaanse centrale bij Harrisburg en de ontploffing van een centrale bij Tsjernobyl in de toenmalige Sovjetunie waren allebei te wijten aan verouderde reactorconcepten en aan slechte publieke controle – dat is langzamerhand geen argument meer tegen kernenergie, maar een reden om ons te herbezinnen op de privatisering van de energiebedrijven.

 

Erwin van den Brink

hoofdredacteur

evdbrink@vug.nl