Onder de rook van de Hoogovens

Als je er nog naar toe had gewild, ben je nu te laat want alle komende voorstellingen zijn uitverkocht. Alleen op het Karavaan Festival (19-29 mei) kun je Onder de Rook van de Hoogovens nog zien. Het is een prachtige, herkenbare en bij vlagen ontroerende voorstelling. Een epos van Herman Heijermans-achtige proporties: een sociaal drama over een van de grote maatschappelijke dilemma’s van deze tijd. Over de noodzaak om milieuvervuiling aan te pakken maar ook over hoe deze ‘groene ambitie’ van de ‘hoofdarbeiders’ (de intelligentsia, de ‘elite’) juist slachtoffers maakt onder de handarbeiders, de ambachtslieden. Een tegenstelling tussen hbo- en universitair geschoolden en praktisch geschoolden. Een confrontatie tussen ‘hoog’ en ‘laag’, tussen links en rechts, tussen generaties.

Daarover eerst een kleine observatie mijnerzijds. De hooggeschoolden van de ‘kenniseconomie’ hebben doorgaans werkelijk de ballen verstand van wat ‘industrie’ eigenlijk is. Handwerk, ambachtelijkheid. Dat komt doordat zij in hun opleiding het opdoen van kennis over wis-, natuur- en scheikunde doorgaans zorgvuldig hebben gemeden, aangemoedigd door de tijdgeest van de postindustriële samenleving. Hun twee linkerhanden zorgvuldig gecultiveerd. Alles voor de humaniora. Industrie, dat is iets in China of een ander Verweggistan. Vuil en van een voorbije tijd. Melk komt uit de supermarkt. Een fiets uit de rijwielzaak. Dat werk. De totale mentale ontkoppeling van consumeren en fabriceren. Geen enkel besef van wat nodig om spullen te maken: namelijk iets doen met machines en met je handen.

De staalindustrie is een procesindustrie. De hoogovens in IJmuiden vormen een complete stad die ’s nachts baadt in het natrium- en neonlicht en als je er in de buurt woont ruik je het niet alleen, maar er is ook voortdurend het monotone, laagfrequente grommende geluid van dit gigantische staalbeest dat als je dichterbij komt en je in zijn ingewanden duikt, veroorzaakt blijkt te worden door duizenden, waarschijnlijk tienduizenden, elektromotoren, compressoren, ventilatoren, schakelkasten, apparaten die allerlei gassen verpompen, processen aanblazen, transportbanden aandrijven. Veroorzaakt ook door hijskranen, shovels, vrachtwagens, treinen.

Elektrotechniek en mechanica houden de hoogovens, die op dit moment Tata Steel heten maar binnenkort misschien weer anders, draaiend. Daarvoor zijn heel veel elektrotechnici nodig. De bedrijfsopleiding van Tata Steel, de hoogovens, is voor een niet onbelangrijk deel een elektrotechnische beroepsopleiding. En laten we juist nu heel veel elektrotechnici nodig hebben voor die hele energietransitie.

In den brede is het grootste maatschappelijke probleem van dit moment de overmaat aan uitvoeringsdeskundigen en een nijpend gebrek aan deskundigen met uitvoeringsvaardigheid: Te veel mensen die (vinden dat zij) weten wat er moet gebeuren, maar bijna niemand meer die het ook daadwerkelijk kan. (Een kennis van mij die zonnepanelen liet plaatsen, zag de complete elektra in zijn huis doorbranden: computer, inductiekookplaat, alle elektriek kon subiet bij het grofvuil.)

Intellectuele transitiewijsneuzerigheid stuitte hier op afwezigheid van praktische uitvoerderservaring. Praktische onkunde van bestuurskundigen zoals minister Rob Jetten van ‘Klimaat’ zorgt ervoor dat bijna elke Haagse beleidsmaatregel (stikstofaanpak, toeslagenschadeloosstelling, aardbevingsschade) bij de uitvoering ervan in de soep loopt. Ik wil er maar mee zeggen: Wees nou een beetje zuinig op die vermaledijde hoogovens in IJmuiden, al is het maar vanwege de astronomische hoeveelheid staal die we nodig hebben voor die windparken in de Noordzee.

De voorstelling laat heel duidelijk de confrontatie zien tussen de verschillende perspectieven die ook in de IJmond bestaan op ‘zware industrie’. Het zal ook duidelijk zijn waar mijn perspectief ligt. Ik vind de kwalificatie ‘zware industrie’ eigenlijk getuigen van framing. Het IJmuidense staalbedrijf is niet voor niets uitgeroepen tot ‘Fourth Industrial Revolution Lighthouse’ door het World Economic Forum. Een lichtend voorbeeld van de toepassing van ‘big data’-analytics in het maken van steeds diversere staalsoorten met zeer (klant-)specifieke eigenschappen voor allerlei speciale toepassingen.

In IJmuiden maken ze het meest intelligente staal ter wereld. Het is hightech-staal. Toen Donald Trump de tariefmuur voor Europees staal verhoogde, stonden Amerikaanse autoproducenten op de stoep van het Witte Huis om te protesteren: Zij zijn afhankelijk van IJmuidens staal. Dat kunnen ze in de V.S. niet (meer) maken. ‘IJmuiden’ heeft een lange traditie in het vanaf de werkvloer in de organisatie omhooghalen van ervaring om die om te zetten in nieuwe kennis. Zo ontwikkelde het ooit poederkoolinjectie in ijzerbaden voor een efficiëntere reductie en vele andere innovatieve procesverbeteringen.

Ooit heeft de komst van de hoogovens ervoor gezorgd dat een armlastige lokale bevolking van tuinbouwers en kanaalgravers werd verdrongen door staalarbeiders die het iets breder hadden. Zeker tijdens de Wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog ging dat hard. Nu dreigen deze hoogovenmensen  te worden verdrongen door de kinderen van de kenniseconomie. Over dit generatieconflict gaat onder de Rook van de Hoogovens

Ik zie om mij heen ook de gentrificatie van de IJmond doordat de krappe woningmarkt jonge, hoogopgeleide Amsterdammers deze kant op jaagt waardoor koopwoningen voor de lokale bevolking onbetaalbaar dreigen te worden. Maar het zorgt ook voor nieuwe culturele initiatieven zoals deze theaterproductie in het Hoogovenmuseum. Of zoals ‘Wegrestaurant Zacht Staal’ op ‘Landgoed Dorik’, een initiatief van Amsterdamse horeca-ondernemers. Nieuw leven in de brouwerij.

Zelfs als we de lokale volkshuisvesting resocialiseren, en zorgen voor voldoende betaalbare huisvesting voor modale inkomens, zelfs dan zal de IJmond de druk van Amsterdammers blijven voelen. Tenslotte heeft de IJmond, heel Kennemerland, al sinds eeuwen last van ‘Amsterdamse kapsones’. Al in de achttiende eeuw kochten gefortuneerde Amsterdammers hier armlastige hofsteden op om er landgoederen van de maken: Beeckesteijn, Waterland, Velserbeek, Huis te Manpad, Scheijbeeck, Akerendam. Om in hun jachten over het IJ te ontsnappen aan het ’s zomers onwelriekende Amsterdam. Zie het jubileumboek ‘Hart van Kennemerland’, in 1968 uitgegeven ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van de toenmalige KNHS (Koninklijke Hoogovens en Staalfabrieken IJmuiden).

Gedurende de negentiende eeuw sijpelden welgestelde forensen naar villawijken in Kennemerland, langs de nieuwe spoorlijn Haarlem-Alkmaar: Heemstede, Bloemendaal, Aerdenhout, Driehuis, Santpoort. En sinds de Velsertunnel (1958) ook naar Heemskerk, Castricum, verder Noord-Holland in.

Gentrificatie van de IJmond is wat mij betreft dus niet per se verkeerd maar laten we het kind niet met het badwater weggooien: Als je nu een staalfabriek wil vestigen dan is IJmuiden een uitgelezen plek. Gelegen aan een diepzeehaven met trans-Atlantische verbindingen en met uitstekende ontsluiting naar het Europese achterland, voor zowel de distributie van staal als voor het aanvoeren van staalschrot. Gelegen bij een van de grootste windparkcomplexen ter wereld. Kortom een toplocatie. En Europa moet in zijn eigen staalbehoefte gaan voorzien. De oorlog in Oekraïne heeft ons in een klap wakker geschud in deze nieuwe geopolitieke realiteit.  Mensen die roepen dat Tata een ‘gifspuit’ is die weg moet, zijn geen voorhoede maar voeren een achterhoedegevecht tegen een nieuw Europees industrieel elan, dankzij Wladimir Poetin.

Die fabriek hier in onze achtertuin, die hoort hier thuis. Ik kan niet wachten op het eerste ‘groene’, met waterstof geproduceerde staal. Als Nederland 25 miljard stikstofeuro’s kan klaar leggen voor het ‘vergroenen’ van de boeren, dat kunnen Nederland en Europa zeker drie tot vier miljard investeren om een efficiënt en innovatief staalbedrijf over te laten schakelen van kolen op windenergie.

https://www.onderderookvandehoogovens.nl/