Tag archieven: zuiderzeewerken

Watertovenaars 1998 21

3001847037-bcd8975e

 

1998 21

watertovenaars

‘WATERTOVENAARS’, DELFTS JUBILEUMBOEK VOOR RIJKSWATERSTAAT

 

‘Continentaal Plat inpolderen’

 

Watertovenaars, het jubileumgeschenk van de TU-Delft aan de 200-jarige Rijkswaterstaat, is een degelijke inventarisatie van Delftse ‘waterstaatskennis’, waarin ingenieurs twee eeuwen vooruitkijken. Vooral de enige niet-Nederlandse auteur, de IJslander prof.ir. J. Kristinsson, laat zijn verbeelding spreken.

– Erwin van den Brink –

 

De auteur is hoofdredacteur van De Ingenieur

 

De titel van het jubileumgeschenk van de TU-Delft aan de 200-jarige Rijkswaterstaat, Watertovenaars, is, waarschijnlijk vanwege de poëtische klank, geleend van de schrijver A. den Doolaard. Als landen waar droogte heerst regentovenaars kennen, zo bedacht Den Doolaard, moest Nederland wel beschikken over watertovenaars die zorgen dat het overtollige water verdwijnt. Maar tegen waterstaatsingenieurs wordt allang niet meer zo hoog opgekeken als in de tijd dat Den Doolaard Het verjaagde water (1945) schreef.

Delft kon zich als hofleverancier van Rijkswaterstaat, van oudsher vooral van civiel-technici, niet onbetuigd laten bij het jubileum, dat dit jaar wordt gevierd. Het boek ziet echter niet om, maar kijkt vooruit. De ondertitel luidt: Delftse ideeën voor nog 200 jaar Rijkswaterstaat. Sommige ideeën hebben inderdaad een hoog ‘tovernaarsgehalte’, omdat de auteur(s) een onorthodox idee uitwerken en daarbij hun verbeelding de ruimte geven. Voor het overige is het boek hoofdzakelijk een staalkaart van Delftse degelijkheid, waarop niets valt af te dingen.

Vooral de IJslandse prof.ir. J. Kristinsson, hoogleraar milieutechnisch ontwerpen, laat zijn verbeelding spreken. Hij ziet mogelijkheden tot inpoldering van delen van het Continentaal Plat in de Noordzee, in totaal 60 000 km2, twee keer het oppervlak van Nederland. Niet voor bewoning, maar voor (ecologische) visteelt en energie-opwekking. Windmolens houden het waterpeil in de atollen (ondiepten) laag (50 tot 100 meter onder de zeespiegel). De polders kunnen water innemen via waterkrachtturbines in de dijken die stroom opwekken tijdens piekuren. Als de kust van het bewoonde land door een springvloed wordt bedreigd, voorkomt het doorsteken van de dijken, waardoor de zeespiegel tijdelijk met twee tot drie meter zakt, een ramp. De atollen zijn bovendien mooie bergplaatsen voor al ons verontreinigd rivierslib en voor het beproeven van bijvoorbeeld een kernfusiecentrale. Technisch allemaal mogelijk.

Prof.ir. B. Boon, hoogleraar constructie en sterkte, droomt ook. Over een railvaartuig. Volgens hem heeft een binnenvaartschip dat zich aan een rail laat voorttrekken, 20 tot 50 % minder energie nodig dan een traditionele boot met scheepsschroef.

 

Stedenbouw

In Watertovenaars wil de TUD tot uiting brengen dat zij Rijkswaterstaat veel meer heeft te bieden dan alleen civiel-technische kennis. Dankzij de maatschappelijke discussie over de rol en de taak van Rijkswaterstaat kreeg deze overheidsdienst belangstelling voor de diversificatie binnen de technische wetenschappen, die al veel eerder in Delft had plaatsgevonden. Neem bouwkunde en stedenbouw, disciplines waarin Delft sterk is vertegenwoordigd. Stedenbouw wordt steeds meer het terrein van Rijkswaterstaat als het plan doorgaat om verstedelijking toe te laten langs de grote wegen.

Maar waterstaatsingenieurs hebben zich al veel eerder ontpopt als stedenbouwers en planologen. Zij hebben hun sporen het duidelijkste achtergelaten in de Zuiderzeewerken. De verkaveling, wegenstructuur, situering van de boerderijen en de ligging van de dorpen zijn gebaseerd op hiërarchische functionaliteit, kenmerkend voor de ‘ingenieursaanpak’. Voor het stedenbouwkundige ontwerp van de dorpen zijn architecten en stedenbouwkundigen ingeschakeld, die een stringent functionele ontwerptheorie aanhingen. Hun vooruitstrevende aanpak sloot goed aan bij de mentaliteit van de waterstaatsingenieur en heeft unieke voorbeelden opgeleverd van functionele stedenbouw met historische waarde, zoals Dronten en Emmeloord.

In het verleden was de bemoeienis van Rijkswaterstaat met de verstedelijking beperkt. Het ministerie van VROM voerde het beleid, waarvoor de Rijks Planologische Dienst de kennis leverde. Rijkswaterstaat was volgend in de planning van

infrastructuur. Maar nu bereikbaarheid een steeds groter probleem wordt, bemoeit de dienst zich steeds nadrukkelijker met de gewenste verstedelijking. We zijn er tot nog toe eigenlijk altijd vanuit gegaan dat grote verkeerswegen zover mogelijk van woon- en werklocaties af moeten liggen. Dat uitgangspunt is steeds moeilijker vol te houden.

 

Kees d’Angremond (red.): Watertovenaars. Delftse ideeën voor nog 200 jaar Rijkswaterstaat. Bèta Imaginations Publishers, Rotterdam 1998. 356 blz., rijk geïllustreerd. f 89,-. ISBN 90 75961 01 4.

 

 

(FOTO)

 

De proefpolder Andijk, waar Rijkswaterstaat experimenteerde met het verbouwen van landbouwgewassen op een drooggevallen zoute bodem.

 

(Foto: Rijkswaterstaat)

200 jaar Rijkswaterstaat, 1998, nr. 11

 

 

 

rws200 (klik hier voor PDF)

Kaart-met-Breesaap
Holland op zijn smalst, ter hoogte van Velsen





 

HISTORIE

 

‘TWEE EEUWEN RIJKSWATERSTAAT’ UITPUTTEND EN BEELDEND

 

De oorlog van Rijkswaterstaat

 

Het bedwingen van de zee was een gevecht, de strijd tegen het water een oorlog. Deze kwalificaties keren veelvuldig terug in Twee eeuwen Rijkswaterstaat, een passend boek bij een feestelijk jubileum.

– Erwin van den Brink –

 

De auteur is hoofdredacteur van De Ingenieur.

beeldbankrws376650

Een Engelse kennis die in Brussel werkt vroeg mij eens wat ik hem aan zou raden als hij een dag de tijd had om in Nederland rond te kijken. Ik raadde hem de Deltawerken aan. Nu had mijn Engelse kennis niet zo’n hoge pet op van Nederlanders. Hij vond ons tamelijk ‘informeel’ – zijn understatement voor ongemanierd en grof gebekt. En: gebrek aan discipline! Na het bezoek had hij zijn mening over Nederlanders drastisch herzien. Een dergelijke natie moest, met de zee boven zich, wel beschikken over een ijzeren discipline, over een vorm van ultieme beheersing, van management, die in de wereld zonder precedent is, zo meende hij.

 

EgXA9

Het is dan ook merkwaardig en intrigerend dat Nederlanders niet te koop lopen met de organisatiekunde waarmee zij hun land in stand houden. Natuurlijk zijn Nederlandse ingenieursbureaus en aannemers over de hele wereld actief in de natte bouw, maar die geven daar betrekkelijk weinig ruchtbaarheid aan.

Rijkswaterstaat, die dit jaar zijn 200-jarig bestaan viert, maakt dit enigszins goed met een systematisch opgezette studie van de waterstaatkundige geschiedenis van ons land. Aan Twee eeuwen Rijkswaterstaat is ruim vijf jaar gewerkt door een wetenschappelijke redactie onder leiding van prof.dr.ir. Harry Lintsen.

IJmuiden-Sluis-in-aanbouw
IJmuiden-Sluis-in-aanbouw

Uitputtend

De wetenschappelijke degelijkheid overschaduwt de leesbaarheid van dit boek niet en dat is een compliment. Door de combinatie van die twee eigenschappen, uitputtendheid en beeldende verteltrant, roept het boek een sterke associatie op met een andere recente bestseller over de Nederlandse geschiedenis: The Dutch Revolution van de Britse historicus Benjamin Israel. Nederland is internationaal gezien, mede dankzij het ‘poldermodel’ tamelijk ‘in’ als het om dit soort boeken gaat. Het zou daarom misschien geen gek idee zijn dit boek in het Engels te vertalen; ik zou het mijn Engelse kennis aanraden.

De twee hoofdauteurs, drs. A. Bosch en drs. W. van der Ham, zijn er in geslaagd met behulp van ooggetuigenverslagen een levendig, bijna filmisch, documentaire-achtig beeld te schetsen van hoe ons land er in een bepaalde periode uitzag en hoe het bezig was te veranderen. Via dagboekaantekeningen zien we door de ogen van een Katendrechtse boer de verschrikkingen van een zware storm in 1750. Met de Amerikaan Benjamin Silliman die in 1812 door ons land reisde, ervaren we hoe moeizaam het vervoer was.

 

gs0303
rijkswegen 1914-1915

Het aardige is dat Twee eeuwen Rijkswaterstaat de draad oppakt, waar Israel maar ook de Amerikaan Jan de Vries en de Wageninger Van der Woude (Nederland 1500-1800, de eerste ronde van moderne economische ontwikkeling) stoppen; aan het eind van de achttiende eeuw. De Nederlandse Revolutie was toen allang ten einde. De economische kracht van de Nederlanden voor en tijdens de Gouden Eeuw schuilde volgens De Vries in belangrijke mate in de vele waterwegen die snel vervoer van goederen en informatie mogelijk maakte.

 

rijkswegenplangs0401
rijkswegenplangs0401

Die kracht was geheel verdwenen rond 1798. Rijkswaterstaat pakte in dat jaar behalve de rivieroverstromingen ook de transportverbindingen aan. Het wegwerken van die achterstand in infrastructuur was dus van meet af aan nevengeschikt aan de strijd tegen het water. Rijkswaterstaat was ook een exponent van een nieuwe revolutie, de Franse en Bataafse, die de komst van de moderne eenheidsstaat inluidde. De organisatie was gemodelleerd naar het militaire Franse ingenieurskorps, ‘Corps des Pont et des Chaussees’. Zozeer zelfs dat Rijkswaterstaat op een gegeven moment de afgeschafte rangen en uniformen weer invoerde. Tot de oprichting in 1842 van de Koninklijke Academie in Delft (de voorloper van de TU) was dan ook de Koninklijke Militaire Academie te Breda het belangrijkste technische opleidingsinstituut van ons land, ook voor Rijkswaterstaat-ingenieurs.

 

Bascule-Brug-over-de-Oude-Maas-Dordrecht.
Bascule-Brug-over-de-Oude-Maas-Dordrecht.

Die militaire oorsprong heeft er toe geleid dat de strijd tegen het water in de psyche van generaties waterstaatsingenieurs een oorlog was. Het bedwingen van de zee was een gevecht, een strijd. Het boek wemelt van deze kwalificaties. Als het water door inundatie bondgenoot was, kwam dit doordat het militair strategisch van belang kon zijn. Zoals bij de geheime IJssellinie die Rijkswaterstaat ten tijde van de Koude Oorlog samen met de krijgsmacht aanlegde.

 

BRUG BIJ CULEMBORG
Bouw spoorbrug bij Culemborg

Toch kon RWS nooit zomaar zijn eigen gang gaan. De Waddenzee is niet ingepolderd, de Markerwaard is er niet gekomen en de Oosterschelde is niet afgesloten. Het scheppen van maatschappelijk draagvlak is voor Rijkswaterstaat weliswaar geen novum, maar, zo stellen de auteurs vast, het is nooit eerder zo gecompliceerd geweest.

 

Twee eeuwen Rijkswaterstaat. Uitgeverij Europese Bibliotheek. 344 blz. f 59,90. ISBN 90 288 6518 7.

 

 

(FOTO)

 

@BIJSCHRIFT = Stuw te Driel.

 

(Foto: Rijkswaterstaat)