Tag archieven: verzuiling

Kapitalisme is protestantisme. Dat is waar de Grieken en de Paus tegen ageren

protestantisme_kapitalisme
Artikel in Het Financieele Dagblad/FD 11 juni 2016, Essay (Opinie)

 

Klik hier voor de PDF:     protestantisme_kapitalisme

 

 

De Griekse premier Alexis Tsipras, een communist, heeft een machtige medestander in zijn kritiek op het kapitalisme: Paus Franciscus. Nieuw is die katholieke weerzin tegen het kapitalisme niet want ‘de geest van het kapitalisme’ is, zoals de Duitse socioloog Max Weber bijna een eeuw geleden heeft uitgelegd, niets anders dan ‘de ethiek van het protestantisme’. Onder leiding van de domineesdochter Angela Merkel is Europa doordrenkt met dit protestantse ethos en dat stuit op groeiend verzet in de katholieke en de christelijk-orthodoxe wereld. Vooral nu Italië met meer publieke uitgaven de Duitse doctrine aan zijn laars lapt – en dat de economie lijkt aan te zwengelen – is de vraag hoelang het economische protestantisme nog houdbaar is.

 

De afkeer in de katholieke – en orthodoxe – wereld van het protestantse ethos werd zaterdag 23 april goed verwoord door Olivier Blanchard in het interview dat Marcel de Boer met hem had. Blanchard, hoofdeconoom van het IMF ten tijde van de schuldencrisis in 2012, is Fransman. En Frankrijk is ondanks de laïcité een nadrukkelijk niet-protestants land. Het is even niet-katholiek als Turkije niet-islamitisch is. Zonden kun je vergeven. ‘Maar’, merkt Blanchard bitter op, ‘in plaats daarvan was het verhaal vanuit Duitsland: jongens jullie hebben gezondigd, jullie moeten je schulden afbetalen en wij willen er verder niets over horen.’ Het klinkt een beetje als het adagium van de zakenman Bul Super uit de stripreeks Olivier B. Bommel van Marten Toonder: ‘Zaken zijn zaken’.

 

Die calvinistische rechtlijnigheid tegenover katholieke plooibaarheid, het Europese zakenleven is er van doortrokken. Je leest het in het boek De Prooi van Jeroen Smit als het gaat om de overnamepoging door ABNAMRO van de Italiaanse bank Antonveneta. Je proeft het in de krantenkolommen als het gaat over Air France en ‘onze’ KLM, die het geld verdient dat de Fransen verbrassen – dat is het sentiment althans.

 

Maar de Europese samenwerking begon als een initiatief van (katholieke) Duitsers en Fransen uit het Elzas-Reinland/Alsace-Lorraine: Konrad Adenauer, Robert Schuman en Jean Monnet, samen met Belgen, Luxemburgers, Italianen en Nederlanders. Deze katholieke politici grepen voor de vormgeving van de Europese samenwerking terug op het corporatisme, dat inrichting van de economie nastreefde zoals die was voor de Reformatie. In deze gildensamenleving werden tarieven en toegang tot markten via overleg geregeld. Markten waren niet vrij.

 

In Nederland kreeg het corporatisme, de ‘katholieke’ cultuur om directe confrontatie te vermijden, om de ‘zaken te plooien’, vorm in de Wet op de Publiekrechtelijke Bedrijfs Organisatie (PBO) – bedrijfschappen, productschappen en landbouwschappen, die pas begin 2015 buiten werking zijn gesteld; de SER is er het laatste rudiment van. De PBO, tegenwoordig zouden we dat een centraal geleide economie noemen.

 

Het corporatisme in de sociaal-economische besturing van Nederland na de Tweede Wereldoorlog heeft vooral geholpen het conflict tussen de zuilen te dempen, met name tussen de katholieken en de overige stromingen. Nederland bevond zich zeker in die jaren van het ‘Rijke Roomse Leven’ op het breukvlak van de protestantse en de katholieke wereld. Het corporatisme hielp bij wat Arend Lijphart ‘de pacificatie van de Nederlandse politiek’ noemt.

Het is dus heel begrijpelijk dat ook de initiatiefnemers van de Europese samenwerking teruggrepen naar het corporatisme – het aan ‘publieke lichamen’, zoals een Hoge Autoriteit (later de Europese Commissie), delegeren van prijsafspraken tussen landen over industriële productie: de EGKS (de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal), de Landbouwgemeenschap en de EEG (de Europese Economische Gemeenschap). Dat was, gezien hun achtergrond, immers de meest voor de hand liggende manier om conflicten vreedzaam op te lossen.

 

Na de succesvolle Europese Commissies onder leiding van de Fransman Jacques Delors (1985-1995) heeft de Commissie na de Duitse eenwording gestaag terrein prijs gegeven aan de Raad van Regeringsleiders. Daar worden tijdens een ‘Europese top’ tegenwoordig de knopen doorgehakt onder leiding van Duitsland: over schulden, over vluchtelingen. De Europese Unie van nu is minder communautair (de moderne, Europese term voor corporatistisch) dan vroeger en meer intergouvernementeel onder aanvoering van Duitsland. En dat steekt in het zuiden.

 

Maar het protestantse ethos stuit nu op formidabele krachten. De geldverruiming door de ECB, onder leiding van de Italiaan Mario Draghi, die zoveel wrevel opwekt in Duitsland, staat niet op zichzelf. De Griekse communist Tsipras is een representant van de christelijk-orthodoxe wereld die zich vanaf de noordelijke Balkan uitstrekt over zuid-Oost-Europa en het katholicisme is oppermachtig in Frankrijk, Italië, Spanje, Portugal, Oostenrijk, Polen en Zuid-Duitsland. Samen vormen ze nu een front tegen de geest van het protestantisme.

 

Bij hun zijn zaken geen zaken. Schuld heeft in Zuid-Europa in metafysische zin een andere betekenis. Het is niet alleen de boete die je tot elke prijs moet voldoen als straf voor het zwichten voor verleiding, maar ook de zonde waarvoor de biecht vergiffenis, kwijtschelding, schenkt.

 

Zakelijkheid krijgt volgens Frank Boll (FD 23 april) gestalte in het eigendomsrecht dat een wezenskenmerk is van het kapitalisme. Maar deze voor het economisch verkeer wezenlijke rechtszekerheid blijft uiteindelijk onderworpen aan de toets der rechtvaardigheid. Bij katholieken is het particulier eigendom, dus ook van een vordering, binnen grenzen van redelijkheid en billijkheid eerder ondergeschikt aan het gemeenschappelijk of algemeen belang dan het geval is bij protestanten.

 

Omdat prijsopdrijving in het onroerend goed het woonrecht schendt van woningzoekenden, billijkte de rechter onder bepaalde omstandigheden het ‘kraken’ van panden, dus schending van het eigendomsrecht. Niet voor niets is betaalbare huisvesting een van de beleidsspeerpunten van de nieuwe Londense burgemeester Sadiq Kahn. Het eigendomsrecht heeft van deze stad een beleggingsobject voor buitenlandse superrijken gemaakt.

 

Op die manier is altijd kritiek is geweest op de vrije markteconomie. Amsterdam wordt in het algemeen beschouwd als de bakermat van het moderne handelskapitalisme vanaf de tweede helft van de zestiende eeuw. De term kapitalisme is overigens bedacht door (Duitse) anarchisten en communisten in de negentiende eeuw en kreeg vooral polemische betekenis door het werk van Karl Marx. Maar het was juist het economische anarchisme, het bonanzakapitalisme, waar de bestuurders van Amsterdam al vrij snel paal en perk aan stelden met markttoezicht, een beurswaakhond, regels en beperkingen.

 

Het protestantse, burgerlijke ethos, creëerde een verpletterend succesvol systeem voor materiele vooruitgang, het economische liberalisme ofwel ‘kapitalisme’. Op de Reformatie volgde de Verlichting en die bracht het communisme voort. Het protestantisme ergo kapitalisme baarde zelf zijn eigen antithese. En nu die op de vuilnisbelt van de geschiedenis is beland, ontwaakt die aloude pre-reformatorische denkwereld weer.

 

Schuld aangaan is daarin niet per se alleen maar slecht, boetewaardig. Je kunt er mee financieren. Daarom rebelleert de Italiaanse minister van financiën Pier Carlo Padoan (voormalig hoofdeconoom van de OESO) tegen het spaarzame ‘Duitse Europa’. Italië begint daarmee uit het dal te klimmen. Om zijn gelijk te bewijzen heeft het een machtige coalitie van katholieke en orthodoxe staten achter zich.

Het Grote Verhaal – omroepen en kranten missen een roeping

CITIZEN KANE, Orson Welles, 1941, astride stacks of newspaper
CITIZEN KANE, Orson Welles, 1941, astride stacks of newspaper

 

 

Deze column verscheen op 26 juni op Nederlands Media Netwerk Klik hier

Als je in 2008 een brandbrief schrijft en in 2015 weer eentje waar hetzelfde in staat, dan doe je iets niet goed. De hoofdredacteuren en andere prominente vertegenwoordigers van de gedrukte media schrijven in een brief aan  staatssecretaris Dekker van Onderwijs Cultuur en Wetenschap over het NPO Concessieplan en de aanstaande wijziging in de Mediawet dat de publieke omroepen de gedrukte media oneerlijke concurrentie aandoen. Dat is omdat zij wel – en de gedrukte media niet – met belastinggeld kunnen spelen op het internet en zij dus zo met hun digitale platforms marktleider zijn in de strijd om de gunst  van het publiek.

Een cijfermatige onderbouwing van die stelling ontbreekt overigens. Natuurlijk gebruiken de publieke omroepen belastinggeld om leuke dingen te doen online en zelfs ook in print en is dat niet eerlijk maar ook als die oneerlijkheid niet zou bestaan zou de schrijvende  pers in crisis verkeren.

De crisis in de omroepwereld doet niet onder voor die bij de kranten en bladen.  Allereerst is het een klerezooi aan merken  van netten en wat nog doorgaat voor omroepvereniging. Conceptueel is het onlinegebeuren bij de omroep zo plat als een dubbeltje: Wie zijn we en wat doen we, voor als u het nog niet wist. En als het nou gaat om achtergronden bij het nieuws en opinie, het domein van de kranten en bladen, dan is de hele omroepwereld online werkelijk zo dood als een pier. Er valt werkelijk geen ene reet te beleven.  Het heeft een hoog ‘uitzending gemist’-gehalte. De mensen die nog een uitzending ‘missen’ en zich dus kennelijk normaliter door het omroepprogramma laten commanderen, dat zijn zo onder hand toch wel zeventigplussers. Dat is het tragische anachronisme van televisie: Het gehannes met die afstandsbediening  van digitale televisie. Zo ongelofelijk jaren tachtig, qua design en ergonomie. Vastklampend aan het idee van televisiekanalen. Dat dit gebeuren aan het ver-internetten is door Netflix en dat dit het ‘kabelmodel’ uitholt, hebben ze bij KPN allang in de gaten en daarom willen ook zij in distributie van content gaan zitten. ‘Wordt het voormalige staatsbedrijf der telefonie nu omroep’, vroeg een radioverslaggever plagerig aan KPN-baas Eelco Blok.

De crisis in zowel de printwereld als de audiovisuele wereld is existentieel en was al langer gaande: De disruptive technology van de onlinewereld heeft die alleen maar manifest gemaakt. Die crisis is dat er door eigen toedoen geen raison d’être meer is voor kranten en omroepen. Ze bestaan omdat, tja, ze nog bestaan. Bereik is een doel op zichzelf geworden en niet een middel voor het bereiken van een achterliggende doelstelling.

Vroeger was dat doel de emancipatie van de eigen ‘zuil’; politieke belangenbehartiging en lotsverbetering voor de achterban. Er was een protestantse, katholieke, socialistische en een liberale zuil. Elke zuil had zowel een omroep als een krant, een spreekbuis. Die oude ideologieën zijn als maatschappelijk middenveld de afgelopen vijftig jaar opgelost in een moderne, seculiere samenleving maar in de mediawereld vormen ze in bestuurlijke zin nog steeds een rudimentair houvast. Een geraamte zonder lichaam. Lees de statuten van diverse omroepverenigingen eens en je waant je in de jaren vijftig van de vorige eeuw. De schaarse ruimte in de ether, het gebrek aan bandbreedte in technologische zin, rechtvaardigde ‘zendmachtigingen‘, een verkaveling langs  politieke lijnen waarbij een onpartijdige staatsomroep het sluitstuk was.

Die schaarste bestaat niet meer. Er is een ongehoorde kakafonie ontstaan in de ‘Eindeloze Ether’ online, die de oude media overstemt. Bovendien zijn bij de oude media voor de afgekalfde overtuigingen zijn geen nieuwe ideeën in de plaats gekomen en dan ontstaat vanzelf  ‘marktwerking’. Het ergst heeft die huisgehouden in de politiek zelf. We zitten nu opgezadeld met een politieke kaste die vooral goed naar ons luistert in plaats dat zij ons op sleeptouw neemt, ons voor gaat. Ook de media zijn ‘het grote verhaal’ kwijt. De gelijknamige rubriek in de nationale kwaliteitskrant NRC-Handelsblad is werkelijk zo stuitend obligaat dat NRC inderdaad de thermometer van de tijdgeest is.  Dat ze die rubriek zo hebben genoemd bewijst dat ze weten waar ze naar op zoek zijn. Ze hebben het alleen nog niet gevonden. Daarom zijn NRC, de Volkskrant , Trouw  en het Finanieele Dagblad inwisselbaar. Ze maken zelfs gebruik van dezelfde journalistencarroussel.

Dagbladen puilen uit van de lifestyle en design prietpraat en schurken zich aan tegen de Bekende Nederlander van de dag. Merkwaardig genoeg was het juist De Telegraaf onder hoofdredacteur Sjuul Paradijs die een scherp activistisch profiel koos maar ook hij heeft de slag met de marketingstrategen verloren.

Daarom valt zozeer de moed te prijzen van journalistieke online-initiatieven zoals TPO en De Correspondent maar ook van Blendle. Vice is een mooi Amerikaans initiatief op televisiegebied. Maar het is allemaal aftasten. De Nederlandse omroepwereld is nog lang zover niet. Omroepen hier zijn verwaterd tot een soort special interest kanalen: de Avrotros voor cultuur (maar pas op! Je hebt ook nog de AVRO), de KRO voor misdaadseries, de BNNVARA voor wetenschap, kennis. Ze doen het er allemaal een beetje bij.

Om al dat gelul over verdienmodellen voor te zijn: Waar zowel de omroepen als de schrijvende pers van oudsher goed in zijn geweest is mensen verenigen op basis van gedeelde belangen, interesses en idealen.  Ze brachten een beweging op gang.  Zij verbonden mensen.

De ene keer is het de Libelledag en de andere keer de EO-Jongerendag.  Hoe het ook zij, als je tienduizenden mensen weet op te trommelen om een dag ergens samen wat te doen, dan ben je een flinke stap verder dan een webcommunity met ‘likes’. Dat tafelzilver ligt bij de oude media nog ergens in een stoffige la en misschien moet men dat eens oppoetsen. In de onlinewereld hebben nieuwe initiatieven de mond vol over ‘storytelling’ maar wie daar eens een beetje rond kijkt  wordt het al snel gewaar dat ze werkelijk geen fucking idee hebben hoe je dat doet. Het modieuze hameren op het belang van content verbergt slechts dat het ze ontbreekt het aan inhoud.

In plaats van te zwartenpieten over oneerlijke concurrentie, wat ze nu al acht jaar doen, kunnen de print- en de televisiewereld beter de handen ineen slaan om weer te gaan doen waar ze allebei ooit goed in waren: Mensen samenbrengen op gedeeld gedachtengoed. Het Grote Verhaal, zogezegd.