Tag archieven: Quooker

DRS. FLORIS CROON VAN BUSINESSPLANCOMPETITIE NEW VENTURE ZOEKT COACHES ‘Een bedrijf starten is ontzettend moeilijk’

croon3
[STEMPEL ONDERWIJS & ARBEIDSMARKT]

46_49_INGR16_Interview_Croon

 

Het Interview

 

 

tekst erwin van den brink

foto’s jordi huisman

 

 

DRS. FLORIS CROON VAN BUSINESSPLANCOMPETITIE NEW VENTURE ZOEKT COACHES

 

‘Een bedrijf starten is ontzettend moeilijk’

 

Dit najaar is voor de vijftiende keer de businessplancompetitie New Venture van start gegaan, die startende ondernemers helpt om van een idee een bv te maken. Drs. Floris Croon, voorzitter van de stichting New Venture, wil dit nationale initiatief nu ook regionaal uitrollen en is daarvoor op zoek naar coaches. ‘Wij als oudere, ervaren generatie moeten zo een bijdrage leveren aan het streven ons land weer vol te krijgen met nieuwe bedrijven die echte, mooie dingen maken.’

 

Drs. Floris Croon weet nog heel goed wanneer hij het New Venture-virus heeft opgelopen. ‘Ik werd op een avond gebeld door een relatie die betrokken was bij businessplancompetitie New Venture – ik had er nog nooit van gehoord. Ze hadden een probleem: degene die de prijs zou uitreiken, was plotseling ziek geworden. Hij vroeg of ik het wilde doen. Ik ben me er eerst maar eens wat in gaan verdiepen, want ik wil altijd goed beslagen ten ijs komen.’

Zo gezegd, zo gedaan. Croon zou dit varkentje wel even wassen en daar zou het vermoedelijk bij zijn gebleven. Maar toen hij zich meldde voor de ceremonie die plaatsvond in Science Center NEMO in Amsterdam, sloeg de vonk over. ‘Ik ben zelden zo veel ondernemerslust, bezieling en passie tegengekomen als die dag. Wat een energie! Na afloop was er een borrel. Iedereen stak elkaar voortdurend aan met enthousiasme. Het zinderde van de ideeën.’

De zaal waar de prijsuitreiking plaatshad, bevindt zich bovenin het gebouw van NEMO en is te bereiken via een lange trap die door het hele expositiegedeelte loopt waar zich de reguliere bezoekers ophouden, onder wie altijd heel veel schoolkinderen. ‘Om zes uur ’s avonds, toen alle bezoekers al weg waren, kwam de beheerder van het gebouw ons manen te vertrekken. Wij liepen met een paar honderd man al verder pratend die lange trap af, richting garderobe en uitgang. Ik geloof dat we daar meer dan een halfuur over hebben gedaan, zo begeesterd was iedereen door de bijeenkomst van die middag.’

Voor Croon vormde deze ervaring ook aanleiding voor het herontdekken van zijn eigen ondernemerschap. In 1973 was hij een van de oprichters van adviesbureau Boer & Croon, waar hij nog steeds partner is. Boer & Croon werd een succes met vierhonderd medewerkers in Nederland en nog eens zeshonderd in het buitenland. In de loop der jaren bouwde bedrijfskundige Croon via talrijke nevenfuncties een groot netwerk op, dat hem toegang verschaft tot de bestuurskamers van vele bedrijven waar hij startende ondernemers kan introduceren.

Inmiddels is hij voorzitter van de stichting New Venture. Daarnaast is hij directeur van de stichting Twenty Twenty, die zich ten doel stelt om twintig jonge ondernemingen binnen vijf jaar een omzet van meer dan twintig miljoen euro te laten halen. De ondernemers die verder op weg worden geholpen door Twenty Twenty, hebben allemaal meegedaan aan New Venture en daar een prijs gewonnen. Veel starters focussen zich helemaal op het binnenhalen van de eerste grote klant en als dat dan eenmaal is gelukt, komen ze in een dip terecht: de omzet wil maar niet doorgroeien. Dan komt Twenty Twenty in beeld. De stichting zorgt dat wanneer de eerste trap van de raket is opgebrand, ook de tweede trap ontbrandt.

 

FASES

Begeleiding is ook bij New Venture essentieel: de jonge starters moeten in allerlei uiteenlopende facetten van bedrijfsvoering op weg worden geholpen. ‘Wie meedoet aan New Venture, krijgt hulp bij het schrijven van een businessplan’, vertelt Croon. De competitie kent drie fases. In de eerste ronde pitchen alle kandidaten hun idee. ‘Hier staat deelname voor iedereen open. Van de deelnemers is 40 % student. Je merkt dat mensen nog steeds heel monodisciplinair worden opgeleid. Als het idee een product is, beschrijven ondernemers in spe het heel technisch en vergeten ze uit te leggen wat de toegevoegde waarde is voor de klant.’ De beschrijving van het idee omvat slechts enkele velletjes. ‘Het is belangrijk de klant zo snel mogelijk helder op het netvlies te krijgen.’

Wie door de eerste ronde komt, krijgt een coach. ‘Wat we nu willen, is het nationaal initiatief ook regionaal uitrollen, gekoppeld aan de universiteiten, hogescholen en plaatselijke initiatieven voor startende ondernemers. Wie de regionale voorronde wint, gaat door naar de landelijke New Venture-competitie. Voor de nationale en de regionale voorrondes zoeken we mensen die kunnen jureren en coachen. We willen uitbreiden.’

‘Coach is een lastig vak’, vindt Croon. ‘We zoeken mensen die tijd hebben en het leuk vinden. Het kost ongeveer een middag in de week, maar sommigen die de smaak te pakken krijgen, begeleiden wel drie of vier teams. Het gaat erom ondernemers te leren in de totale breedte van het ondernemerschap te denken. Daarom zoeken we mensen die zelf ondernemer zijn geweest dan wel een positie hebben gehad waarin zij een onderneming (mede) hebben geleid. Maar een coach hoeft niet altijd zelf ondernemer te zijn geweest. Het is ook mogelijk een deelcompetentie in te brengen, bijvoorbeeld hoe zit die distributie in elkaar, wat is de prijsstructuur in die markt, hoe maak je een aanbod, hoort er service bij of niet. Dergelijke aspecten helpen doordenken om het product marktklaar te maken, en ook investor ready zodat de starter met een goed doorwrocht plan naar een investeerder gaat – daar draait het om. Het is geen punt als iemand goed is in de techniek en logistiek, maar niet in de marketing en de financiering, want diegene kan dan altijd nog met anderen een coachingsteam vormen. Wie New Venture-coach wil worden, krijgt van ons een korte training. De meeste leidinggevenden en ondernemers zijn namelijk gewend opdrachten te geven en dat moeten ze hier vooral niet doen. Het is belangrijk goed te luisteren en vragen te stellen en niet vanuit de eigen ervaring te willen bepalen hoe het moet. Als je dat kunt, is je inbreng enorm inspirerend voor jou en de ander.’

Vaak is de kennisbehoefte van de starters productspecifiek en omdat veel van de producten technisch van aard zijn, wil een ingenieur als coach nog wel eens goed van pas komen, bijvoorbeeld als een stel Delftse studenten een stormbestendige paraplu op de markt wil brengen. ‘Het is liefdewerk oud papier, maar voor ouderen is het leuk omdat ze veel energie krijgen van starters’, aldus Croon. ‘Bovendien kom je als coach in een netwerk van coaches terecht. Dat is ook leuk en daar leer je ook weer veel van. Je kunt elkaar bellen en opzoeken via de expertdatabase van New Venture.’

‘Het mooiste is als je jouw team door een goede introductie kunt helpen bij het werven van de eerste klant’, vervolgt Croon. ‘Ik vind dat wij als oudere, ervaren generatie zo een bijdrage moeten leveren aan het streven om ons land weer vol te krijgen met nieuwe bedrijven die gericht op de toekomst echte, mooie dingen maken. Er gaan heel veel zeer ervaren ingenieurs met pensioen en het is toch zonde om al die ervaring achter de geraniums te parkeren? Als je alleen maar op de golfbaan staat, gaat dat vervelen en verdwijnt die waardevolle ervaring door het afvoerputje.’

Naast gepensioneerden ziet Croon een markt voor coaches bij grote bedrijven die hun (midden)management in aanraking met ondernemerschap willen brengen. ‘Een partnerbedrijf als Randstad levert coaches omdat de directeur Personeelszaken beseft dat coaching binnen New Venture de beste opleiding is voor zijn mensen. Zo ruiken ook zij aan ondernemerschap en het dwingt ze om veel breder te denken dan in hun staffunctie gebruikelijk is. Het geeft inspiratie en is voor hun ontwikkeling veel beter dan een MBA-opleiding. Daarom hebben we met de hr-afdeling van al onze partnerbedrijven een actieve relatie. Zij leveren ons mankracht en omgekeerd voedt de ervaring met New Venture de innovatieve cultuur bij grote bedrijven waar innoveren vaak heel moeilijk is.’

 

QUOOKER

New Venture is ooit het initiatief geweest van adviesbureau McKinsey en het toenmalige ministerie van Economische Zaken, tegenwoordig Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I). De competitie vindt dit jaar voor de vijftiende maal plaats. Er doen elk jaar zo’n 500 teams mee, waarvan 100 tot 150 erin slagen een bedrijf op te richten. Dat heeft circa 1500 nieuwe bedrijven opgeleverd, die samen goed zijn voor circa 10 000 arbeidsplaatsen en een miljard euro omzet.

New Venture helpt, maar succes is niet verzekerd. ‘Starten is ontzettend moeilijk. Zelfs Philips en Douwe Egberts kostte het zes jaar om de Senseo op de markt te krijgen. Een kleine eenling heeft voor de investering friends, family and fools nodig. Ik ken veertigers die als starter stille armoede lijden. Heel tekenend vind ik het relaas van de uitvinder van de Quooker, die bij Unilever Cup-a-Soup bedacht en zich toen realiseerde dat het handig zou zijn een kraan te hebben waar kokend water uit komt. Hij nam ontslag en vond een baan in het onderwijs met daarnaast voldoende tijd om in het souterrain van zijn huis een werkplaats in te richten waar hij aan de slag ging. Het kostte hem twintig jaar. Hij heeft de grote doorbraak van zijn vinding niet meer mogen meemaken; zijn zoons hebben zijn bedrijf voortgezet dat nu veel succes heeft met de enige kraan ter wereld die zonder boiler onder het aanrecht direct kokend water geeft.’

Dan staat Croon abrupt op en beent de kamer uit om even later terug te komen met iets dat op een stukje tapijt lijkt. ‘Kijk’, zegt hij. ’Twee Delftse jongens hebben een folie ontwikkeld dat onder de waterlijn op scheepshuid moet worden geplakt. Op de folie zijn piepkleine rechtopstaande zwarte haartjes gespoten, waardoor er niets op kan groeien. Het is dus een milieuvriendelijk alternatief voor verf waarin gif zit om aangroei tegen te gaan. Die verf wordt verboden. In Californië moeten vissersboten elke zes weken op de wal worden gereinigd van die aangroei, wat heel veel geld kost. Bovendien blijkt de folie bij sommige snelheden minder weerstand te geven en een kleinere boeggolf. Hoe dat kan, snappen ze nog niet. Maar het werkt wel.’

www.newventure.nl

Wie interesse heeft in het coachen van een deelnemend team, kan bellen met 020-4703799 of een e-mail sturen naar:

info@newventure.nl

 

 

KENGEGEVENS

NAAM

Floris Croon

LEEFTIJD

67

TITEL

drs.

OPLEIDING

Economie & Bedrijfskunde, Rijksuniversiteit Groningen (1971)

FUNCTIE

Founding partner Boer & Croon (1973), voorzitter New Venture (vanaf 2009), directeur Twenty Twenty (vanaf 2007), directeur New Business Inspiration Partners (vanaf 2007), commissaris bij Damen Shipyards (vanaf 1990) en Algemeen Dagblad (vanaf 2006).

 

 

(BEELDMATERIAAL)

 

(croon1.jpg)

 

(croon3.jpg)

 

 

(QUOTES)

 

‘Het is toch zonde om al die zeer ervaren ingenieurs die met pensioen gaan achter de geraniums te parkeren?’

 

‘Het mooiste is door een goede introductie te helpen bij het werven van de eerste klant’

 

‘Begeleiden is voor hun ontwikkeling veel beter dan een MBA-opleiding’

Juridische consequenties van Rijksoctrooiwet – Nieuwe wet vereenvoudigt octrooieren (1994 21)

quookermaxresdefault

 

1994 21

(Streamer)

PER 1 APRIL 1995 NIEUWE WET WAARSCHIJNLIJK VAN KRACHT + GOEDKOPER EN SNELLER VERKRIJGEN VAN OCTROOI + MEER GESCHILLEN VOOR RECHTER

 

(Bovenkop)

Juridische consequenties van Rijksoctrooiwet

 

(Kop)

Nieuwe wet vereenvoudigt octrooieren

 

(Intro)

Naar het zich nu laat aanzien wordt 1 april 1995 de nieuwe Rijksoctrooiwet van kracht, die het verkrijgen van octrooi sterk vereenvoudigt. De wet, begin 1994 door de Tweede Kamer aangenomen, schakelt de bescherming van de uitvindingen gelijk met die van overig intellectueel eigendom.

– Erwin van den Brink –

 

(Credit auteur)

De auteur is redacteur van De Ingenieur.

 

 

Een onderneming die er zeker van wil zijn dat zij haar toekomstige octrooien juridisch kan beschermen en ongestoord kan exploiteren, moet voordat zij met onderzoek begint zich eerst oriënteren in de octrooiliteratuur. Die geeft uitgebreide informatie over technologie die anderen ontwikkelen of hebben ontwikkeld. Zo voorkomt men nodeloos, want doublerend, onderzoek en een hoop financiële ellende doordat men inbreuk maakt op bestaande octrooien. Omgekeerd stelt een octrooi eigen investeringen veilig.

Een octrooi is een tijdelijk, exclusief, gebruiksrecht van een uitvinding. Zonder deze juridische bescherming tegen plagiaat zou het erg moeilijk worden om investeringen in onderzoek terug te verdienen. De namaker heeft immers geen ontwikkelingskosten gehad. Hij kan daardoor onder de kostprijs van de uitvinder produceren en een flink stuk van de markt wegkapen.

Een octrooi maakt de investering ook lonend omdat het verhandelbaar is als licentierecht. Bovendien stelt een eenmaal verleend octrooi de ondernemer vaak in staat investerings‑ en risicokapitaal aan te trekken.

Dank zij de juridische bescherming hoeven uitvindingen niet angstvallig geheim te worden gehouden. Elke geoctrooieerde uitvinding wordt dan ook openbaar, zodat iedereen er kennis van kan nemen. Octrooi‑informatie geeft daardoor een goed en volledig beeld van de stand der techniek waarmee elke innoverende ondernemer zich nodeloos onderzoekwerk en schadeclaims van derden kan besparen.

 

Inventief en toepasbaar

Per jaar worden over de hele Wereld ruim een miljoen octrooiaanvragen ingediend, die vrijwel allemaal na anderhalf jaar ter inzage liggen. In Nederland is al deze informatie te raadplegen in de bibliotheek van het Bureau voor de Industriële Eigendom (BIE) in Rijswijk, ressorterend onder het ministerie van EZ. Het BIE heeft on-line databases en cd-rom‑schijven waarmee men op trefwoord of naam kan zoeken. Octrooiaanvragen zijn ingedeeld op basis van hun technische kenmerken, volgens de zeer gedetailleerde International Patent Classification (IPC). Octrooien vormen dus een volkomen geactualiseerd bestand dat betrouwbaar, openbaar, uitstekend geïndexeerd is en alle gebieden van de techniek omvat. Maar liefst 90 % van deze informatie is niet terug te vinden in de gewone vakliteratuur!

Een octrooieerbare uitvinding moet nieuw, inventief en industrieel toepasbaar zijn. Nieuw wil zeggen dat het produkt of proces vóór de datum van indiening van de octrooiaanvraag nergens ter Wereld openbaar bekend mag zijn, ook niet door toedoen van de uitvinder zelf, bijvoorbeeld door een bedrijfsbrochure of presentatie op een beurs. Met inventiviteit wordt bedoeld dat de vinding voor de vakman niet voor de hand mag liggen, met industriële toepasbaarheid dat het moet gaan om een technisch, aantoonbaar functionerend, produkt of produktieproces: een perpetuum mobile voldoet hier bijvoorbeeld niet aan. Diensten, natuurwetenschappelijke theorieën, ideeën zonder concrete uitwerking en esthetische ontwerpen zijn niet met een octrooi te beschermen. Dan geldt bescherming door auteursrecht of het modellen‑ en merkenrecht.

Wie kiest voor octrooibescherming dient een aanvraag in bij het Bureau voor de Industriële Eigendom. In de huidige wetgeving toetst dan de Octrooiraad (een onderdeel van het BIE) de aanvraag. Een eenmaal door de Raad verleend octrooi is dan ook een stevig wapen tegen de concurrentie. Nadeel is echter dat deze procedure veel expertise, tijd en dus geld vergt. Dit vormt voor veel ondernemers soms een te hoge drempel.

 

Octrooiaanvraag

De regering heeft onder invloed van internationale ontwikkelingen besloten de Rijksoctrooiwet drastisch te vereenvoudigen. De kostbare en tijdrovende toetsing verdwijnt uit de verleningsprocedure. Het gevolg is evenwel dat het onduidelijker is welke rechten men exact heeft en mag uitoefenen.

Ook al verdwijnt de toetsing, voor de aanvrager van een octrooi na 1 april 1995 blijven de materiële eisen (nieuwheid, inventiviteit, industriële toepasbaarheid) even stringent van toepassing. De toetsing vindt immers, in geval van conflict, uiteindelijk plaats bij de rechter, evenals bij schendingen van auteurs-, merken- of modellenrecht.

De aanvrager moet kiezen tussen een octrooi met een maximum duur van zes of twintig jaar. Wie een twintigjarig octrooi wil, moet binnen dertien maanden na aanvraag om een nieuwheidsonderzoek vragen. De resultaten hiervan geven een indicatie over datgene wat al bekend was en waar eventueel nog octrooirechten op rusten. Wie dat niet doet, krijgt automatisch een zesjarig octrooi.

Een aanvraag voor een zesjarig octrooi wordt na achttien maanden toegekend en ingeschreven in het register. Dit geeft een geldige aanspraak op het exclusieve recht zoals de houder dat zelf ‑ al dan niet met de hulp van een octrooigemachtigde ‑ heeft aangevraagd. Eventueel is met een spoedprocedure binnen twee maanden een zesjarig octrooi te verkrijgen.

Wie een twintigjarig octrooi wenst, kan binnen zes tot negen maanden na het verzoek om het nieuwheidsonderzoek resultaat verwachten. In een aantal gevallen zal de uitvinder op grond van gevonden (wellicht bezwarende) literatuur de aanvraag moeten herschrijven tot een beter houdbaar octrooi. Pas daarna kent de Octrooiraad het toe. De inschrijving laat echter nooit meer dan achttien maanden (vanaf aanvraag) op zich wachten, ongeacht het feit of het nieuwheidsrapport is uitgebracht of herschrijving heeft plaatsgevonden. Alle octrooien worden ongeacht geldigheidsduur in principe na achttien maanden gepubliceerd.

 

Inbreuk

De nieuwe procedure is niet alleen sneller en eenvoudiger maar ook goedkoper: inclusief de kosten voor een octrooigemachtigde, zal men ongeveer 10 000 gulden voor het twintigjarige en 6000 gulden voor het zesjarige octrooi moeten uittrekken. In de oude situatie bedroegen de kosten ongeveer 15 000 gulden.

De consequentie van deze voordelen is echter dat degenen die in een gerechtelijk geschil terechtkomen (als eiser of aangeklaagde) een langere weg hebben te gaan dan in de oude situatie, omdat eerst moet worden vastgesteld wat het octrooi exact omvat.

Alle octrooiprocedures in Nederland spelen zich af voor de rechtbank in Den Haag (eventueel in kort geding). Een octrooihouder die iemand van inbreuk wil beschuldigen, moet die persoon eerst een bericht sturen dat hij inbreuk pleegt en moet stoppen. Daarna kan een dagvaarding worden uitgebracht. Indien men ook schadevergoeding wenst, zal hier nog een zogenoemd desbewustheidsexploit aan vooraf moeten gaan. Een door het BIE uitgebracht nieuwheidsrapport is verplicht voor het voeren van een rechtszaak (ook bij een zesjarig octrooi).

Doordat het octrooi vóór toekenning niet meer wordt getoetst, bestaat het gevaar dat een ongeldig octrooi (namelijk op een reeds bestaande uitvinding of inbrekend op een nog geldig octrooi) wordt toegekend. Iedere belanghebbende kan derhalve op elk moment een juridische procedure beginnen om een toegekend octrooi nietig te verklaren. De klagende partij moet de rechter dan voorzien van een advies van het Bureau voor de Industriële Eigendom.

Wie anderzijds meent onterecht van inbreuk te worden beticht, kan een procedure overwegen om die klacht nietig te verklaren. Er leiden vier wegen naar zo’n nietigverklaring.

Ten eerste: de gewraakte activiteit valt niet onder het door de klagende partij aangevoerde octrooi.

Ten tweede: de aangeklaagde partij vordert nietigverklaring van het octrooi als de ongeldigheid goed beargumenteerd kan worden. De rechter zal zijn definitieve oordeel over de inbreuk waarschijnlijk opschorten totdat over de nietigheid is beslist.

Ten derde: er is geen sprake van inbreuk, want de beklaagde paste de door de klager geoctrooieerde uitvinding al eerder, zij het onopgemerkt, toe (recht van voorgebruik).

Ten vierde: er is sprake van een afzonderlijk octrooieerbare verbetering van het (basis-)octrooi. De houder van het oudere basisoctrooi moet dan een (dwang)licentie geven – tegen betaling weliswaar.

 

Europees octrooi

Het gevaar dat men zonder opzet inbreuk maakt, is groter voor degenen die een zesjarig octrooi aanvragen. Die hebben immers niet de beschikking over een nieuwheidsonderzoek. Voor deze aanvragers geldt des te meer dat zij de waarde of geldigheid van het gewenste of verkregen octrooi zelf of samen met een deskundige, octrooigemachtigde, bepalen. In Nederland zijn tientallen bureaus met deze deskundigheid gevestigd. Een goede afweging voorkomt een hoop narigheid.

Wie in Nederland octrooi aanvraagt, kan daarna een jaar lang die aanvraag ook in andere landen indienen. Daarvoor geldt dan met terugwerkende kracht de datum van aanvraag in Nederland. Dank zij dit voorrangsrecht kan de aanvraag een jaar lang ook in het buitenland (de staten aangesloten bij het Europese Octrooiverdrag) niet worden geschaad door publikaties of handelingen van anderen (of van de aanvrager zelf die bijvoorbeeld exportmarkten verkent). Elke openbaarmaking kan immers afbreuk doen aan de nieuwheid of inventiviteit.

Het Europese Octrooiverdrag maakt het mogelijk om met één procedure in verscheidene landen octrooi te verkrijgen. Er hebben zich momenteel zeventien landen bij dit verdrag aangesloten. Deze procedure wordt uitgevoerd door het Europese Octrooibureau (EOB). De procedure van het EOB duurt drie tot vier jaar en leidt tot een octrooi dat wèl inhoudelijk is getoetst. De aanvrager moet aangeven voor welke landen hij het octrooi wil laten gelden. Als hij Nederland aanwijst en hiermee een solide getoetst octrooi voor Nederland verkrijgt, kan een eventueel eerder verleend ongetoetst Nederlands octrooi vervallen.

Een Europees octrooi leidt tot een reeks nationale octrooien. Dit is nodig om zonodig in elk land onder nationaal recht te kunnen procederen. De kosten van een Europees octrooi (inclusief de kosten voor een gemachtigde en de nationale vertalingen) zijn minimaal 50 000 gulden.

 

Informatie bij: Centrum voor Kennisbescherming en Octrooi-informatie (CKO), postbus 5821, 2280 HV Rijswijk, tel. (070) 319 20 19. Uitgebreider informatie over de nieuwe Rijksoctrooiwet is voor leden van KIvI en NIRIA toegankelijk via het Ingenieursnetwerk.

 

 

 

(KADER)

Commercialisatie

 

Over alle aspecten die betrekking hebben op de ontwikkeling en/of commercialisatie van nieuwe produkten kunnen bedrijven en particulieren adviezen krijgen bij het Specialistisch InnovatieCentrum voor Uitvindingen ID-NL. Het centrum zorgt voor vakkundige begeleiding en is intermediair bij het onderbrengen van de honderden zinvolle ideeën betreffende produkten of procédés die het jaarlijks krijgt aangeboden. Informatie: ID-NL, Westblaak 43, 3012 KD Rotterdam, tel. (010) 413 63 33.

 

 

 

(BIJSCHRIFTEN)

 

(BIJ GROTE STOCKDIA, ALS OPENING)

De nieuwe Rijksoctrooiwet maakt het verkrijgen van een octrooi eenvoudiger, sneller en goedkoper.

(Foto: Phil Jason/World View, Amsterdam)

 

 

(BIJ FOTO)

Een octrooieerbare uitvinding moet nieuw, inventief en industrieel toepasbaar zijn; op de foto de Quooker, een soort boiler, waarmee direct water van 100 °C beschikbaar is, dat gezuiverd en goed doorgekookt is.

(Foto: ID-NL, Rotterdam)

 

(BIJ DIA)

De kokersnijder, een uitvinding van Aannemersbedrijf Van der Worp, waarmee lege kitpatronen in de lengterichting doorgesneden kunnen worden. Doorgesneden kokers, waarin zich resten opgedroogde kit bevinden, kunnen als bedrijfsafval aangeboden worden, in tegenstelling tot niet-doorgesneden kokers, die door inzamelaars van afval steeds vaker tot chemisch afval worden gerekend.

(Foto: ID-NL, Rotterdam)