Tag archieven: Gezondheidsraad

Gezondheidsraad is roomser dan de Paus. Alcoholgebruik en vermoeidheid (NWT maart 2005)

angel-1087938_960_720

Natuurwetenschap en Techniek, NWT Magazine, maart 2005

Gezondheidsraad is roomser dan de Paus

 

Erwin van den Brink

 

Wat te doen als je eigenlijk niet weet hoe het zit? Met dat probleem worstelt de Gezondheidsraad in twee recente adviezen waar we weinig mee opschieten. Het eerste gaat over het chronische vermoeidheidsyndroom, CVS (ook wel afgekort als ME, myalgische encephalomyelitis), het ander heeft betrekking op alcoholgebruik rondom zwangerschap en geboorte.

Over ME zegt de raad: er is wat met die mensen aan de hand maar we weten, klinisch gezien, niet wát. Volgt een advies om ME-lijders cognitieve gedragstherapie te laten volgen, die inhoudt dat ze weer leren om normaal actief te worden. Over drinken rond zwangerschap zegt de raad: doe nou maar helemaal niet, dan kan er ook niets misgaan. Zelfs de man dient voor alle zekerheid minstens een week voor de beoogde conceptie elk drankgebruik te staken.

Na lezing van die twee adviezen dringt de gedachte zich op: had je de tijd en moeite bespaard van dat advies over alcoholgebruik, dan hadden jullie het advies over ME misschien wetenschappelijk wat verder kunnen optuigen, want een Raad is ook maar een Raad en het moet uit de lengte of uit de breedte komen.

Waarom ME? Dat lijkt evident: een groep van dertig- tot veertigduizend mensen lijdt aan extreme, langdurige vermoeidheid die hen arbeidsongeschikt maakt, en het zullen er eerder meer dan minder worden. Op dit gebied vallen nog enige pittige onderzoeksvragen te formuleren. Wanneer wordt moeheid ‘ME’? Moe-zijn is een steeds wijder verbreid verschijnsel. We leven steeds gejaagder, mede als gevolg van het toegenomen aantal keuzemogelijkheden – die we allemaal willen benutten. Pleidooien voor onthaasten en quality time helpen weinig. De Amerikaanse hoogleraar psychologie Barry Schwartz houdt ons in zijn boek The Paradox of Choice voor dat het grote aantal keuzemogelijkheden mensen alleen maar minder gelukkig maakt. Daar komt nu dus het dilemma bij of je na een leuk avondje uit nog wel aan seks mag doen op de enige manier die zelfs door de paus nog is goedgekeurd.

In onze ‘kennissamenleving’ werken we bij voorkeur met ons hoofd. Dan is het logisch dat vermoeidheid daar ontstaat. In dat licht is het vreemd dat de gezondheidsklachten over extreme moeheid zo lang zijn weggeredeneerd door medische deskundigen.

Matig alcoholgebruik rondom zwangerschap en geboorte is daarentegen geen manifest maatschappelijk probleem. Bij mijn weten is geen sprake van een verontrustende toename van verschijnselen als spontane abortussen of psychische problemen bij pasgeborenen en kinderen, gecorreleerd aan alcoholgebruik. (Dat zwaar drinken schadelijk is voor het nageslacht staat natuurlijk buiten kijf.)

Je vraagt je af wat dan wel de aanleiding is geweest voor dit advies. Onder het kopje ‘Aanleiding’ staat dat er nog al wat uiteenlopende opvattingen bestaan over de effecten van matig alcoholgebruik tijdens zwangerschap. Deze literatuurstudie verandert daar niets aan. Het wemelt van de mogelijke verbanden afgeleid uit het directe effect van alcohol in het bloed van de moeder op de foetus, maar nergens is het effect op de gezondheid van de latere kinderen gekwantificeerd.

Waarschijnlijk is de aanleiding dat de bureaucratie uit die ‘uiteenlopende opvattingen’ graag consensus wil distilleren. En toevallig lag de zoveelste uit de Verenigde Staten overgewaaide gezondheidshype voor het oprapen. Het is binnen afzienbare tijd mogelijk om zwangere vrouwen met behulp van een geïmplanteerde chip te laten deelnemen aan klinisch onderzoek waarbij continu de alcohol in hun bloed wordt gemeten. Ik vraag me af of we er wat mee opschieten en of we dat moeten willen. We kunnen het geld dat daarmee gemoeid is beter gebruiken om echt inzicht te krijgen in een raadselachtig verschijnsel als ME.